Brief aan gemeenten, februari 2022
{{Ouders mogen deze brief copiëren en naar hun gemeente sturen als herinnering}}
Geachte volksvertegenwoordigers,
Weet u dat 'jeugdzorg' met jeugdbescherming niet het niveau en deskundigheid raakt van (jeugd)gezondheidszorg?
De werkers in de jeugdzorg of jeugdbescherming hebben een (lage, softe) SKJ-beroepsregistratie, en zelden hebben ze voldoende communicatietechniek, en zijn therapeutisch en diagnostisch ònbevoegd. De gedragswetenschappers zien het cliëntsysteem zelden en kunnen naar hogere beroepscode dus geen diagnose afgeven.
Het artikel 24 lid 1 van het prevalerend kinderrechtenverdrag (IVRK) zegt dat het kind rècht heeft op de grootst mogelijke mate van gezondheid en gezondheidszorg, en onbezwaarde toegang tot deze gezondheidszorg waar er een indicatie van 'zorg' is, zeker waar er een ingrijpende beschermingsmaatregel nodig geacht wordt.
Na een zorgelijke indicatie behoort er voor het cliëntsysteem gediagnosticeerd te worden! Dat is een kinderrecht dat andere kinderrechten (IVRK art. 9 en 20) specificeert!
De overheid mag een beschermingsmaatregel uitvoeren maar dat wel op féíten gegrond, die zorgelijker zijn dan de ernstige schadelijke contra-indicaties die bij een maatregel gepaard gaan, dat meermaals onafhankelijk bewezen is in de echte wetenschappen.
Tot nu toe weigert de politiek, de rechters en de besturen van de AMHK's, de RvdK, en de G.i.'s deze aan hen verstrekte wetenschappen te implementeren ten gunste van de ontvankelijke kinderen.
Ouders krijgen niét vóóraf brede, inhoudelijke voorlichting op niveau. Men werkt niet oplossend.
Het valt op dat de zogenaamde 'wetenschappelijke' rapporten vanuit de jeugdbescherming en overheid uitgaat van het prejudiciële axioma dat ouders die contact zoeken of krijgen met de jeugdzorgketen (waar ze eigenlijk de jeugdgezondheidszorg hadden moeten hebben), pedagogisch onbekwaam zijn en verwaarlozen. Deze beschuldigingen worden niet aantoonbaar bewezen in de praktijk, noch preventief met voorlichting opgelost. Die beschuldigingen moeten nog bewezen worden.
Zo leed bijv. het gezin van bestuursrechter Van Waterschoot (publicaties in Mr-online) onder dit niét gediagnosticeerd vooroordeel. Wetenschap behoort daar niet van uit te gaan.
Onderzoek behoort bij het begin te beginnen.
De zeer grote onderzoeken van econoom Joseph J. Doyle et al. baseerden zich op kinderen die allen genomineerd waren om uit huis te plaatsen. (https://jeugdbescherming.jimdofree.com/kwaliteit/meer-doyle-wetenschap/).
..Tigduizenden, dus een valide controlegroeponderzoek, hoog in de onderzoekshiërarchie.
Daaruit werden random kinderen genomen die toch thuis passende hulptrajecten kregen. Van deskundigen kregen ouders ook betere voorlichting dan vanuit de jeugdzorg; dat enthousiasmeert! Het bleek dat die groep die thuis mocht blijven naderhand veel beter af was dan die wel uithuisgeplaatst werden.
Thuis met minder depressie, tienerzwangerschappen, suïcide, crimineel gedrag, etc.!
Dit vonden andere wetenschappers ook. Kijk naar het onderzoek in Zeeland door prof. Jo Hermanns.
Internist prof.dr.med. Ursula Gresser deed een meta-analyse, ook zeer hoog in de onderzoekshiërarchie, die de jeugdzorg niet respecteert. Zij vond ook dat van ouders of ouder weggeplaatste kinderen meer schade leden.
Nog erger... Daniel Weinberger vond zelfs dat het in cellen uitgestrengelde deel van het DNA bij weggeplaatst-zijn beschadigd raakte. (https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschapvoorbeleid).
Zo zijn er véle onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken, hoog in de onderzoekshiërarchie!
Een maatregel is vaak schadelijker dan de vermeende "bedreiging van de ontwikkeling van het kind" (tekst in BW1:255 lid 1) die jeugdzorgwerkers denken te zien.
Erger, uit onderzoeken (https://kinderbescherming.jimdofree.com/kritiek-van-deskundigen/onderzoek-met-gevolg/wetenschappelijk-rapport-werkelijkheidsvinding/) blijkt dat (kinder)rechters bovengenoemde wetenschappen én de juridische wetenschappen over gebruikelijke overtreding of negatie van internationaal recht weren in hun rechtsafweging.
Dat maakt een zeer onbetrouwbare overheid, gelijk aan de Toeslagenaffaire.
Mw.mr. Ruth de Bock schreef: https://jeugdbescherming.jimdofree.com/kwaliteit/de-stropop-redenering-p-prinsen/kwaliteit-van-rechters/, en de jeugdzorgouders herkennen, naast hun advocaten, dat de kinderrechters dit niet lijken te weten.
Erg is ook dat de jeugdbescherming te laks is in het wettelijk dóél van een maatregel, het voortvarend oplossen van de bedreiging, die còncreet benoemd dient te zijn volgens lid 4 van BW1:255. Dit wordt veelal te vaag aan ouders verstrekt zodat ze daaraan niet kunnen werken, en BW1:262 wordt door de G.I. 'vergeten'. (Aan de eisen voor een certificering zit geen eis over de kwaliteit; de G.I. mag diens eigen protocol schrijven als een slager die z’n eigen vlees keurt. Die certificering zegt dus niets over kwaliteit!).
Oud-advocaat Prinsen brengt deze rechtsongelijkheid zó onder woorden:
https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/meer-prinsen .
Omdat de jeugdbescherming niet voortvarend door deskundigen met hogere beroepsregistratie dan SKJ láát werken aan het oplossen van de vermeende bedreiging (let op art. 3.2 lid 2 van de Jeugdwet) komt de door de jeugdzorglobby geïntroduceerde "aanvaardbare termijnen" snel in zicht, en wetenschappelijk, ook juridisch, is dat een onzintermijn:
Waar de jeugdbescherming BW1:262 (lid 3 en 1) niet voortvarend uitvoert zoals daar beschreven, wordt er te vaak niets opgelost, wordt het kind ontwent aan ouders, vaak met signalen die loyaliteitsconflicterend zijn, en zo het 'termijn' behaalt, waarná de jeugdbescherming tot het 18e jaar de subsidie opstrijkt en hoge kosten veroorzaakt die gemeenten jaar in jaar uit mogen betalen.
In 2013 hebben alle B&W's van destijds de brief op https://jeugdbescherming.jimdofree.com/ verkregen. Hierin is o.a. uitgelegd dat jeugdgezondheidszorg inkopen uiteindelijk goedkoper is per totaaltraject dan de jeugdbeschermingstrajecten.
Oplossingen voor de AMHK-meldingen (naar 'onVeilig uiThuis') die selectiever en minder beschuldigend werken staan op: https://kinderbescherming.jimdofree.com/brieven/meldonderzoek-vernieuwen/ , en de overheid kreeg dit voorstel reeds in 2004, en is genegeerd, al is dit voorstel goedkoper en onafhankelijker dan die van de jeugdzorglobby.
Willen de gemeenten bezuinigen op de exploderende 'jeugdzorgkosten' en het kinderrecht IVRK24 lid 1 respecteren, dan moeten deze feiten begrepen en gegrepen worden.
Dit ten gunste, tegen verdere schaden, voor de jeugd. Gezondheidszorg is gezonder dan jeugdzorg! (Ook voor uw budget).
Met vriendelijke groet, [uw naam en adres]
.......................................................................
(Deze brief is met links onderzoekbaar onderbouwd).