Patricia H. Hawley Ph.D  20 juni 2018https://www.psychologytoday.com/us/blog/power-play/201806/how-long-can-child-be-safely-separated-parents?amp=&__twitter_impression=true :

 

“Hoe lang kan een kind veilig van ouders worden gescheiden?”

 

Het kan korter zijn dan u denkt.

 

{Denk hierbij aan het wegplaatsen van een kind, weg bij één of beide ouders; denk aan uithuisplaatsen.}

 

In het midden van de 20e eeuw hebben we enkele schokkende en onschatbare lessen geleerd over het opvoeden tot gezonde mensen: scheid jonge kinderen niet van een primaire verzorger . Warmte, voedsel, medicijnen, speelgoed en andere materiële gemakken zijn niet voldoende.

Dit punt ging ontsnapte niet aan de aandacht van de Britse psycholoog John Bowlby (1907–1990), die het gezicht van de kinderopvang bijna in zijn eentje veranderde (met de hulp van collega's James en Joyce Robertson).

Bowlby is de auteur van een van de grote theorieën van de psychologie, de hechtingstheorie .  De hechtingstheorie is een verklarend raamwerk dat op briljante wijze het verloop van "de blijvende affectieve band" tussen ouder en kind, de basisvertrouwdheid,  beschrijft en verklaart.  Baby's worden geboren met reflexen die de aandacht trekken  van de verzorgende(n) (het grijpen, glimlachen, huilen) die zich in korte tijd ontwikkelen tot meer opzettelijk gedrag (sociaal glimlachen, huilen, brabbelen, roepen, volgen) om liefde en steun van de ouder aan te moedigen. Als die zorg uitblijft, trekt het kind zich terug en mijdt het de verzorger (en zoekt het elders levensondersteunende aandacht; {in feite diens levensbeschermend, -verzekerend handelen, dat tot ‘onveilige gehechtheid kan leiden}).

De eerste lessen die een baby leert over anderen en de waarde van het zelf, zijn via deze interacties. Als het goed gaat, leert het kind dat anderen betrouwbaar zijn en dat het zelf lief {of waard} is. Als het bijzonder slecht gaat, is het kind fundamenteel wantrouwend jegens anderen en heeft het geleerd dat het liefde en aandacht niet waard is. In het extreme verwees Bowlby naar deze als 'genegenheidloze karakters'. Deze eerste relaties zijn essentieel voor de emotionele, sociale en persoonlijkheidsontwikkeling .

– Dus over het scheiden van een jong kind van zijn of haar verzorger: hoe lang gaat het nog goed?

Dat is waar de Robertsons om de hoek komen kijken. In een poging Bowlby's werk toegankelijk te maken voor mensen in de zorgsector, maakten ze een serie korte films uit de jaren ’50 en ’60 waarin ze kinderen volgden in "korte scheidingen" van hun ouders. In die tijd was het niet ongebruikelijk om een kind op te voeden bij ‘gekwalificeerde volwassenen’ terwijl bijvoorbeeld een broertje of zusje  werd geboren. Dit is precies wat er gebeurde met de 17 maanden oude "John", en niemand dacht er twee keer over na voor de tijd van de documentaire van Robertsons. John werd in een zorgcentrum geplaatst met andere kinderen en vriendelijke, oplettende volwassenen (een "opvangcentrum voor jonge kinderen", als je wil, {of een plegsetting}). Hij had lekker eten, veel speelgoed en speelkameraadjes. Het was net als "zomerkamp."

Toch laat de film* duidelijk zien dat John zich door de exacte stadia van verdriet  beweegt die Bowlby uitvoerig schetste in zijn drie delen, Attachment and Loss. {“Hechting en verlies”}.

ProtestTen eerste zien we John huilen achter zijn ouders, die hem verzekeren dat het goed komt. Hij is ontroostbaar. We hebben dit hartverscheurende gejammer  gehoord van audio die journalisten de afgelopen 24 uur hebben gelekt.

WanhoopNa een dag of twee kalmeert John. Maar hij zal niet spelen, eten nemen of contact maken met zijn nieuwe verzorgers. John ziet er depressief, lusteloos en ziek uit. Hij krijgt bezoek van zijn vader zonder vreugdevolle hereniging. {Grotere kinderen vertonen dan ongezien schijngedrag als zelfbescherming, maar dat tast het basisvertrouwen aan!}.

Eindelijk begint John op te vrolijken als hij begint te communiceren met speelgoed en zijn nieuwe verzorgers. Hij ziet eruit alsof  hij uit zijn depressie  is gekomen en heeft zijn scheidingservaring ‘overwonnen’, {een schijntriomf}!

– {DE VALKUIL VAN DE JEUGDZORG:}

Waarschuwing: dit is geen triomf . Deze opfrisbeurt is het begin van wat Bowlby  ‘Onthechting  noemde, de derde fase van het verdriet van een kind. Hier lijkt het kind te herstellen en tederheid te accepteren van de plaatsvervangende verzorgers, maar het kind kan onverschilligheid of woede tonen  jegens de verzorger die hen 'in de steek heeft gelaten'. {Wanneer de ouder het kind even bezoekt kan het kind hopen dat het terug mag, en het gedrag bij afscheid moeten nemen van de ouder kan diens ‘onthechting’ nog versterken; het Self-fulfilment}.  Dit is hoe mensen omgaan met verdriet en verlies in de eerste jaren, aldus Bowlby. Als dit proces niet wordt rechtgezet en het vertrouwen wordt herwonnen, kan de relatie onomkeerbaar worden beschadigd en gaat het kind wantrouwen jegens andere mensen. {Ook bij pleegouders, en waar een UHP-kind gemiddeld ruim vier overplaatsingen kent, onder regie van de gezinsvoogdij, is uit te rekenen wat in de psyche gebeurt}.

In extreme gevallen van ‘langdurige verwaarlozing’ kan het kind zich helemaal terugtrekken uit liefdesrelaties met anderen (d.w.z. “genegenheidloze karakters”, {d.w.z. een hechtingsstoornis, dat bij 5% van de onveilige gehechtheden voorkomt, en het veroorzaakt veelal intrigantengedrag en gewetenloosheid. – Onveilige gehechtheid komt bij jeugdzorgwerkers ruim dubbel zo vaak voor als de Normaal, het gemiddelde onder burgers}).

Bij John kunnen we duidelijk zien dat protest plaatsmaakt voor wanhoop, en dan wat het begin lijkt te zijn van het onthechtingsproces ,{het ontstaan van een onveilige gehechtheid}. Hoe lang heeft dit geduurd? Weken? Maanden? Dit zijn de typische reacties van niet-gegradueerde ‘studenten’, {MBO’ers en HBO’ers in het sociaal domein}  die hopelijk aannemen dat de liefde van een moeder alles zal overwinnen.

Negen dagen. Het duurde negen dagen.

De naam van  de  film is: “John: Aged 17 months, 9 Days in a Residential Nursery”.

Deze films veranderden {soms} de cultuur van kinderopvang. {In Nederland worden de recente wetenschappelijke inzichten geweerd, genegeerd, verworpen,  al verkreeg heel  de   jeugdbeschermingsketen  deze wel vanuit de AZF}.  In feite, zoals moderne ouders weten, verbiedt ‘God’ dat uw jonge kind ziek wordt; de meeste ziekenhuizen laten een ouder erbij blijven, en moedigen zelfs aan om bij het kind te blijven. Onze moderne normen zijn grotendeels te danken aan Bowlby en de Robertsons.

Het maakt niet uit hoe ‘goed verzorgd’ de jonge kinderen zijn in ‘opvangcentra’, pleegsettingen.  We weten al lang dat we jonge kinderen niet van liefhebbende verzorgers moeten scheiden, omdat men {de ‘jeugdzorg’} deze kinderen de exacte krachten zult ontzeggen die hen humaan, menselijk maken.  –{Maar in Nederland is er gedraai in vaagheden, en wordt er gerept over kinderhandel, zonder enige passende diagnostiek, het Uithuisplaatsen, of aan één gescheiden ouder toewijzen, de andere ouder wegwerken uit het gezag, zonder degelijke voorlichting of cursus van Villa Pinedo}.

Dienovereenkomstig hebben we de afgelopen dagen kritische berichten ontvangen over ons recente beleid om kinderen van hun ouders te scheiden aan de grens van de American Psychological Association, de National Association of School Psychologists, de Society for Research on Child Development en anderen. Er zullen er zeker meer volgen. –{Ook in Nederland wordt zo ‘onthechtend’ gewerkt in de ‘jeugdzorg’ met jeugdbescherming die met non-evidence-based risicotaxatielijstjes en willekeurige richtlijnen  werken, die vaak niet volledig worden opgevolgd, en die dubieuze ‘indicaties’ worden aan de rechter verstrekt als diagnoses, onheus en gezien het voorgaan de en de genegeerde wetenschappelijke inzichten resulteert dat uit andere onderzoeken tot het gemiddelde dat drie op de vier jeugdzorgkinderen niet de passende hulptrajecten verkregen. Dat kan soms goed gaan, maar vaak is er duidelijke of verborgen schade door de beschermingsmaatregel}.

- Door zoveel kinderen van hun ouders te scheiden, veranderen we letterlijk de loop van de mensheid.*

Over de auteur:  Patricia Hawley, Ph.D., is een professor aan de Texas Tech University. Ze is een machtsonderzoeker die geïnteresseerd is in agressie, gender en fantasie.

______________ 

 

Uit “Gehechtheid aan Pleegouders” door het Amsterdams Centrum voor Kinderstudies (ACK), Schuengel, Slot en Bullens, mei 2003:

 

Wie drukt het zwaarste stempel op de gehechtheidsrelaties? En daaruit mogen we leren dat de ‘jeugdzorg’ verwacht dat ouders (BW1:247 en IVRK) in normale gezinnen de grootste invloed hebben op de ontwikkeling van de gehechtheid van het kind door met interesse na te gaan hoe ze er mee omgang vanuit hun ervaringen, m.n. het omgaan met aan gehechtheid gerelateerde gedachten, gevoelens en herinneringen, de gehechtheidsrepresentatie, die ouders dan uitstralen naar het ontvankelijke kind. Daar is overdenking bij nodig omdat dit, zo zegt het onderzoek, dit de beste voorspeller is van kwaliteit van gehechtheid van hun kinderen.

 

Er wordt geconstateerd dat men nog veel niet weet in dit onderzoek dat keek naar de hechting van pleegkinderen, teruggeplaatste kinderen en weer in pleegzorg gezette kinderen.

 

Kinderen kunnen een boodschap of signaal anders interpreteren in de nog kleine hersenen dan de opvoeders verwachten.

 

Er wordt o.a. een vraag gesteld: “Hoe kan in het begeleiden van pleegouders en in het beleid van tehuizen het beste rekening gehouden worden met de gehechtheid van kinderen aan hun ouders, met het ontstaan van gehechtheid aan nieuwe opvoeders, en met de ònvermijdelijke verbreking van nieuw aangegane gehechtheidsrelaties?” – We zien dat de ‘jeugdzorg’ er niets van geleerd heeft, en denkt als https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/valse-stemvankind,  waar niet longitudinaal wordt gedacht. Alsof een kind niet opgroeit, alsof een kind een tijdelijk kindobject is voor de werkgelegenheid.…

 

– Miskenning in jeugdzorgland van de bloedband:

 

De diverse theorieën diskwalificeren de bloedband, en negeren het feit dat de opgroeiende eens in de identiteitsfase komt, met bij het niet durend kennen van diens afkomst, diens familie, er problemen ontwikkelen, waar de ‘jeugdzorg’ geen oog voor heeft.

 

Het bovenstaande artikel uit 2018 is dus recenter! En het waarschuwt zoals zo veel verstrekte wetenschap in https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschapvoorbeleid .

__________________

 *:

“Why Children Should Not Be Taken Away from Their Families” :

https://www.psychologytoday.com/us/blog/paradigm-shift/201806/why-children-should-not-be-taken-away-their-families:

 

Waarom zouden kinderen niet weggenomen moeten worden van hun familie, hun gezin? –– Alice LoCicero Ph.D., 2018:

 

Het is voor mij {Alice} moeilijk te geloven dat, –  terwijl de overgrote meerderheid van de Amerikanen zich stoort aan de aanblik van allochtone gezinnen met kinderen die ‘kortstondig’ worden gescheiden, en baby's die in jeugdzorg of ‘groepszorg’  worden weggeplaatst, – sommige burgers dat blijkbaar niet doen. Gisteren bleek uit de resultaten van een Quinnipiac-onderzoek dat 66% van de Amerikanen dat beleid afwijst, 27% is er voorstander van {onnozel over het gevolg}.

 

Het beleid wordt  {institutioneel} kindermisbruik, marteling, onmenselijk  genoemd.  Velen hebben beweerd dat het  onherstelbare schade  zal toebrengen aan de gezinnen. – Anderen hebben verwezen naar de kindercentra als zijnde als 'zomerkampen' en hebben zelfs twijfel geuit over het idee dat deze scheidingen leed veroorzaken, wat suggereert dat de jammerende, huilende  baby's en kinderen kinderacteurs zijn. {Ziet u het al voor u, een 'zomerkamp' voor te jonge kinderen?}.

 

Maar wat zegt de  wetenschap  over het al met al  scheiden van kinderen van ouders?  We hebben uitstekende  wetenschap  over dit onderwerp, geïnspireerd door de vele onverwachte en ongewenste scheidingen van kinderen van ouders tijdens bijv. de Tweede Wereldoorlog. We weten uit studies geïnspireerd door waarnemingen van kinderen en baby's die van hun ouders zijn gescheiden, dat baby's die adequate hygiënische zorg en voedsel krijgen,  maar geen genegenheid, kwetsbaarder worden voor ziekten, en dat sommige van hen sterven.  Gebrek aan genegenheid veroorzaakt ook ontwikkelingsneurologische problemen.

 

De grote aantallen kinderen die tijdens de oorlog van hun ouders zijn gescheiden, inspireerden veel onderzoek naar gehechtheid, scheiding en verlies, door John Bowlby en door James en Joyce Robertson, die tijdens de Tweede Wereldoorlog met Anna Freud in de kinderkamers van Hampstead in oorlogstijd werkten. Later gingen de Robertsons door met het bestuderen van de scheiding.  Nog later werd gehechtheid uitgebreid bestudeerd door Mary Ainsworth.

 

De Robertsons ontwikkelden een kennisbank over wat er gebeurt met kinderen die gescheiden zijn van hun ouders in tijden van moeilijkheden en crisis. Ze observeerden niet alleen kinderen, maar maakten ook verschillende dwingende en hartverscheurende films.  Een zeer meeslepende film die zeer relevant is voor de resultaten van de scheiding van jonge kinderen van ouders met plaatsing in groepsverband heet  "John, 17 maanden oud voor negen dagen in een residentiële crèche".  John's ouders geloofden dat hij goede zorg zou krijgen in een kinderkamer, terwijl zijn moeder in een ziekenhuis beviel van een broer of zus. John werd in een kinderkamer geplaatst waar goed eten, een schone omgeving, veel speelgoed, getrainde verzorgers en andere kinderen van zijn leeftijd aanwezig waren. De verhouding tussen kinderen en verzorgers was niet onredelijk voor een groepszorginstelling. Maar in negen dagen tijd ging hij van een duidelijk gelukkig, goed ontwikkeld kind dat kon worden geholpen, gevoed en getroost door het personeel, naar een kind dat voedsel weigerde, zelden speelde en er gewoon depressief uitzag. Hij ging van een kind dat gemakkelijk getroost werd naar een kind dat nauwelijks reageerde op pogingen om hem te troosten. Zijn gedrag zag er na negen dagen uit als een persoon in wanhoop. Dit is het soort overgang dat we kunnen verwachten van velen, van de jonge kinderen die in een overgangsperiode van hun ouders worden gescheiden en bij vreemden worden geplaatst, zelfs als ze de best beschikbare fysieke zorg, voedsel en een hygiënische omgeving krijgen. John had het geluk om na negen dagen met zijn ouders te worden herenigd. Maar waar is het plan om ouders en kinderen te herenigen die aan de grens gescheiden zijn?

 

De Robertsons' films over kinderen toonden kinderen die van hun ouders waren gescheiden in eerste instantie om te protesteren, daarna om wanhopig te worden en uiteindelijk om zich los te maken van anderen. De films leidden tot revolutionaire veranderingen in de kinderopvang, van ouders die slechts af en toe welkom zijn, tot ouders die deel uitmaken van het verzorgingsteam.

 

Misschien is het tijd om deze films te laten zien aan de 27% van de Amerikanen {en aan heel Nederland met de ‘jeugdzorg’ die zich allergisch toont voor deskundige gezondheidszorg} die denken dat het scheiden van kinderen van hun ouders {het wegplaatsen van kinderen, weg van één of beide ouders} aan de grens {of anderszins} een goed idee is.  Misschien is er 100% van ons nodig om deze waanzin te stoppen.

About the Author:  Alice LoCicero, Ph.D., is past president of the Society for the Study of Peace, Conflict and Violence, Division 48 of the APA.

Online: Personal Website

 

De links onderbouwen het artikel bevestigend.