N.a.v.  ‘Child protection and disorganized attachment:

 

A critical commentary’

Uit wetenschappen:

Richtlijnen voldoen niet aan echte diagnostiek, en strijden met artikel 24 lid 1 IVRK (prevalerend internationaal Kinderrechtenverdrag)

 

 

Opmerkelijke uitspraken uit Child protection and disorganized attachment: a critical commentary” (door Sue White et al., 2019).

 

De titel verraadt al wat: Kinderbescherming en gedesorganiseerde gehechtheid: een kritisch commentaar” (NL).

 

De wetenschappers merken op dat de kinder- en jeugdbescherming “gedesorganiseerde gehechtheid” gebruiken om ouders te diskwalificeren, bij hen de schuld, de oorzaak, te leggen, en ze merken op dat er niet thuis de juiste therapeutische hulp en voorlichting wordt gegeven.

‘Gedesorganiseerde gehechtheid’ wordt ook wel “ongeorganiseerde onveilige hechting” of ‘ongeorganiseerde gehechtheid’ genoemd. Het bijvoeglijk naamwoord is belangrijk.

 

Bij onveilige gehechtheid onderscheiden we:

  • - Vermijdend gehecht;
  • - Ambivalent gehecht;
  • - gedesorganiseerd gehecht;
  • - en slechts 5% daarvan heeft een (reactieve) hechtingsstoornis, al doet de jeugdbescherming anders geloven.

Onder de bevolking heeft ca. 25% enigermate last van onveilige gehechtheid, dus in kleine mate, maar onder jeugdzorgwerkers is dat het dubbele, en ernstiger, waarschijnlijk omdat dit psychisch probleem de sociale studie heeft veroorzaakt, waarboven Cora Bartelink, 2018,  bevond dat de jeugdzorgwerkers hun persoonlijke opvattingen (uit hun jeugd opgedaan) substantieel gebruiken bij het oordelen over gezinnen en te vlot uithuisplaatsen (wat als ‘therapie’ averechts werkt). Wetenschappelijk feit.

 

De oorzaken, waar de jeugdbescherming die immer legt bij de ouders, kunnen verschillen; dat is uitgelegd in het maandblad FJR 2012/95. Ook daar onderscheiden we als oorzaak ook de ‘jeugdzorg’ zelf. Ook kan de stoornis autonoom veroorzaakt zijn, zonder ‘schuld’.

 

De rechter 

 

De rechter weet hier niets van en ziet de ‘expertmeting’,  [ten onrechte] als een diagnose, terwijl het in feite wetenschappelijk neerkomt op gokwerk zonder hulp (BW1:262 wordt te vaak genegeerd en rechters controleren daar niet op; LJN BD1113). En dat, terwijl het de ouders verweten wordt de hulp niet te accepteren, waarbij we als geïnteresseerde ouders de tekst van BW1:255 lid 1 voor ogen houden.  

 

Overigens is de codificatie meer een kristallen bol: Een OTS kan reeds gegeven worden wanneer beweerd wordt dat de ontwikkeling van het kind ‘ernstig bedreigd’ wordt èn de ouders het gokwerk niet accepteren èn de niet-diagnostisch-bevoegde raads- of jeugdzorgwerker vermoedt of verwacht dat de ouders binnenkort wel wat kunnen leren (naar hun plicht in BW1:247).

 

De wet staat dus gokken toe met kindervaringen, en dat kan leiden tot het veroorzaken van een reeks ACE’s, vroegkinderlijke traumatische ervaringen. Vier ACE's zorgt statistisch dat het leven met ca. 20 járen bekort wordt.

 

Het is niet vast omlijnd bewezen hoe ongeorganiseerde onveilige gehechtheid ontstaat, maar de wetenschappers zien dat de kinderbescherming met deze classificatie aan de haal gaat.

 

Ze zien dat deze classificatie in verzoeken tot OTS (en UHP) oververtegenwoordigd zijn ten opzichte van het statistisch voorkomen van deze classificatie onder de bevolking. Daarentegen worden classificaties als depressie, angst, autisme, epilepsie en andere aandoeningen in verzoeken ondervertegenwoordigd ten opzichte van de statistiek van voorkomen onder de bevolking.

 

Tevens is OTS en erger geen echte therapeutische hulpverlening, waar naar kinderrecht (IVRK art. 24 lid 1)  onbezwaarde toegang tot specialistisch onderzoek in de gezondheidszorg geboden is.

 

Wetenschappelijk bewijs van contra-indicatie:

 

Er is een overvloed aan wetenschappelijke inzichten dat het wegplaatsen van een kind, weg bij één of beide ouders, zeer schadelijk is voor de ontwikkeling. De jeugdbescherming lijkt, ondanks dat het in Nederland hen verstrekt is, geen boodschap aan.

 

De wetenschappers vermoeden een oogkleppenmethode van denken in de ‘jeugdzorg’, in feite is dat ondeskundigheid wegens het gebrek aan een artsenstudie en confirmation bias. De tweeledige besluitvormingsmechanisme in de hersens, de automatische en de bewuste, filteren weg wat het automatische idee of gedachteconcept niet bevalt. De conditionering draaft door, ondanks gegeven bewijzen.

 

Citaat: “In de verzoeken van de jeugdbescherming aan de kinderrechter fungeert deze classificatie/categorie om een reeks gedragingen als ‘ongeorganiseerd’  te classificeren en zo speculatie over de toekomst te rechtvaardigen, op basis van wat 'in het algemeen' voortvloeit uit 'ongeorganiseerd'.”    Terwijl wetenschappers uitdrukkelijk zeggen dat richtlijnen en taxatielijsten geen diagnostische middelen of instrumenten zijn, en er vervolgens bij een risico of vermoeden van zorg er gediagnosticeerd moet worden met een meeromvattende triage (diagnostiek met passend specialisme, conform IVRK24 lid 1).

 

Wetenschappers hebben dit ook waargenomen in denkconcepten van de jeugdzorgwerkers (Wilkins, 2017).

Waar er “tot 80%” bewijs is kan dat ook 3 à 5% zijn, wat in de buurt komt van de graad van evidence-based interventies in de Nederlandse jeugdzorg.  

 

De wetenschappers spreken hun vermoeden uit dat bij het niet-diagnostisch verder onderzoeken vòòr een beschermingsmaatregel het verzoek tot een beschermingsmaatregel ernstige gevolgen heeft voor het behoud van het gezin.

 

Daarenboven zegt internist Ursula Gresser (2015/2018) dat het wegplaatsen ernstig schadelijk voor het kind kan zijn.   Joseph Doyle (2007 en later) vond ook dat een kind dat geselecteerd was voor uithuisplaatsing toch beter af was bij gepaste hulp thuis dan die random wel uithuis werden geplaatst, met weggeplaatst meer depressies, tienerzwangerschappen, suïcide, etc..

Prof. Jo Hermanns vond dit ook in diens onderzoek in Zeeland.

 

Wetenschappers genoeg?

 

Meer dan 40 co-auteurs van een wetenschappelijke publicatie zeggen dat hun onderzoeksrapport een mijlpaalbeoordeling is en het verdient om zeer serieus genomen te worden.

 

Een citaat: “Het belangrijke punt is dat beschuldigen van deze zorgverleners/jeugdzorgwerkers  ongepast is en verandert "de klinische noodzaak van vergelding voor fouten ìn inspanningen om ouders te helpen zorggedrag aan te nemen dat gevoelens van veiligheid bevordert".”.

 

Ongeorganiseerde gehechtheid bij een kind voorspelt níét dat het problemen zal ontwikkelen, terwijl BW1:255 lid 1 wel die kristallen bol in diens codificatie heeft, en dus te ruim gebruikt wordt door de jeugdbeschermingsketen.

Men vond dat zelfs in risicovolle gezinnen deze gehechtheid therapeutisch kan verbeteren. Dat vond o.a. Jo Hermanns in Zeeland ook in het algemeen.

 

Een citaat: “Wegplaatsing (uithuisplaatsen) mag alleen worden uitgevoerd als "er overtuigend bewijs is van mishandeling en een volledig adequate voorziening van ondersteunende diensten is uitgeput".”  Uiteraard met het meewegen dat het wegplaatsen ook schadelijk is. Waar is het dàn beter?

 

Citaten: “De Review besluit met het herhalen van de zwakke link tussen ‘ongeorganiseerde gehechtheid’ en latere {verwachte} gedragsproblemen en de beperkingen ervan als een diagnostisch hulpmiddel op individueel niveau. Het betreurt het dat “verkeerde toepassingen van de gehechtheidstheorie, en in het bijzonder ongeorganiseerde gehechtheid, de laatste jaren zijn ontstaan” (p. 551) vanwege onjuiste veronderstellingen over de uitwerking bij de risicotaxatie, de associatie met {ongedefinieerde} kindermishandeling, het vermogen om pathologie te voorspellen en de ongevoeligheid van hechtingsgedrag om thuis te veranderen, in het vertrouwde huis van het kind. Dergelijke verkeerde toepassingen kunnen "selectief reeds kansarme gezinnen schaden .... de mensenrechten van kinderen en ouders schenden ... [en] kunnen ook discriminerend zijn voor minderheden".”

 

“Gezien het 'zeer reële bestaan van meerdere oorzaken van het gedesorganiseerde gedrag van kinderen' …   uiten Granqvist et al. (2016) hun bezorgdheid over het feit dat sommige ‘professionals’ voor maatschappelijk werkers hebben opgedragen om ‘ongeorganiseerde gehechtheid’ in een natuurlijke omgeving te identificeren als een indicator voor mishandeling”, wat kan resulteren in “het kind op ongeldige gronden uit de voogdij van de ouder halen”.”   {Indicatoren zijn geen diagnostische instrumenten en niet valide!}

 

“De publicatie van de kritiek door Granqvist et al. (2016) veroorzaakte een reactie van een van de genoemde wetenschappers. Shemmings (2016) schrijft als volgt:

    Iedereen die mij kent of met mij heeft samengewerkt, zou zich ervan bewust zijn dat mijn benadering zoveel mogelijk is gebaseerd op familiebehoud en ik denk dat ze tamelijk verbaasd zouden zijn om te lezen over deze specifieke bezorgdheid over ons werk. Ons werk is eigenlijk gericht op het bereiken van het volledige omgekeerde: om het gezin bij elkaar te houden en tegelijkertijd het kind te beschermen en te beschermen (p. 526-527). {Veel moderne wetenschappelijke inzichten zijn hiermee parallel, dit gestelde bevestigend!}.”    

 

De classificaties en richtlijnen zijn voor het behoud van gezinnen en niet voor het splijten ervan.

 

“In zijn dupliek op deze brief maakt Granqvist (2016) een aantal punten.

    Ten eerste stelt hij dat hij in de praktijk heeft gezien (zoals we in de Review hebben opgemerkt) "verschillende gevallen ... waarin beschermingsmaatregelen tot wegplaatsing van kinderen bijna uitsluitend zijn ingediend op basis van een onjuist gebruik van de gehechtheidstheorie" (p. 531).”    

 

Dat is conform wat Cora Bartelink vond.

 

De classificatie mag niet als toverstaf worden gebruikt’, zegt Shemmings.

 

Doe meer kwaad dan goed???:

 

We kunnen hieruit concluderen dat het gebruik van de populaire versie van 'ongeorganiseerde gehechtheid', {en zeker bij kreten als “reactief hechtingsgestoord” of het ongenuanceerde "hechtingsprobleem"}, verspreid in handboeken en praktijkgidsen voor met name maatschappelijk werkers, zijnde ‘jeugdzorg’ en ‘jeugdbescherming’, kan leiden tot beslissingen die meer kwaad dan goed doen, waarbij kinderen mogelijk uit hun gezin worden weggeplaatst en vaak meerdere onstabiele pleegplaatsingen ervaren, op basis van twijfelachtige veronderstellingen.

 

De gehechtheidstheorie levert een overmatige bijdrage aan de praktijk van de jeugdbescherming en, mits correct toegepast, moet volgens White et al. (2019) passende aandacht worden besteed aan duurzame wederkerige, affectieve banden.

Onderzoek naar ‘ongeorganiseerde gehechtheid’ kan heel wat nuttige aanwijzingen geven over hoe kinderen èn hun ouders te hèlpen, maar als onderdeel van een ‘diagnostische’ blik in het kinderbeschermingssysteem moet het uiterst voorzichtig worden behandeld.”

 

De jeugdbeschermingsketen diagnosticeert niet, ook niet de gedragswetenschappers in een MDO die de cliënt zelf níét zien èn níét ònderzoeken, wat tegen hun beroepscode ingaat;  het is dàn geen diagnose!

Men gaat dan af op wat jeugdzorgwerkers wìllen en kùnnen doorgeven, en dat is geen diagnostieke kijk!

 

- - - - - - 

 

{ https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/fjr-2012-95-over-hechting/ is van belang, uit FJR2012-95.

 

Zie ook https://kinderbescherming.jimdo.com/methoden/mistificatieschijven-bij-meldingen/ over hoe de jeugdzorg met insinuaties aan de haal gaat met kindobjecten!}

 

      Zie het verschil (in niveau qua kinderrecht en kindbelang) tussen 'jeugdzorg' zonder zorg, en anderzijds (jeugd)gezondheidszorg, dat met meer kwalificaties en rechten is beschermd.

 

 

 

De Nederlandse vertaling staat onder het Engelse schema!

Welk niveau wenst men de opgroeiende toe: jeugdzorgspeculaties in het sociaal domein, of.... gespecialiseerde gezondheidszorg conform het kinderrecht IVRK art. 24 lid 1?

Ouders hebben een wettelijke plicht hierin te anticiperen onder BW1:247.  Dat is legaal!

BW1:247 :

lid 1.    Het ouderlijk gezag omvat de plícht en het rècht [verantwoordelijkheid] van de ouder zijn minderjarig kind te verzòrgen en op te voeden.

2.     Onder verzorging en opvoeding worden méde verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de véíligheid van het kind alsmede het bevòrderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe. {En laten dat derhalve ook niet toe door jeugdzorgwerkers toegebracht; daartoe houden ouders een zorg-map bij voor bewijs}.

3.      Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.  {Extremen dienen gediagnosticeerd te worden voor een goed advies}.

4.      Een kind over wie de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, behoudt na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed, na de ontbinding van het geregistreerd partnerschap anders dan door de dood, of na het beëindigen van de samenleving indien een aantekening als bedoeld in artikel 252 BW1, eerste lid, is geplaatst, recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders.

5.      Ouders kunnen ter uitvoering van het vierde lid in een overeenkomst of ouderschapsplan rekening houden met praktische belemmeringen die ontstaan in verband met de ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed, de ontbinding van het geregistreerd partnerschap anders dan door de dood, of het beëindigen van de samenleving indien een aantekening als bedoeld in artikel 252 BW1, eerste lid, is geplaatst, echter uitsluitend voor zover en zolang de desbetreffende belemmeringen bestaan.



Overzicht:  

 

Een belangrijke brief aan alle B&W’s (gemeenten): https://jeugdbescherming.jimdo.com/ maar ook https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/briefaangemeenten/ ;

 

Belangrijke stukken zijn te vinden via https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/ ;

 

Aanvullende stukken op https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/ ;

 

Rond wetten en precedenten: https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/ ;

 

Rond wat weg van ouders doet in de psyche: https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/ ;

 

En vanaf  https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/relativeer-en-onderzoek/ analytische stukken over de dubieuze jeugdbescherming.

 

Meer hoofdstukken bovenaan of in kantlijn.

 

 

Zie ook de site https://kinderbescherming.jimdofree.com/ met veel informatie, en de site https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips met méér, en vervolgens ook https://vechtscheidingen.jimdofree.com/ met hoofdstukken en wetenschap (Veel staat ook op https://jeugdzorgwetenschap.jimdosite.com/ ).